Wat vinden we van diagnostiek?

In de zorg is diagnostiek een belangrijk hulpmiddel om tot een conclusie te komen waarop een behandeling kan worden gebaseerd. Helaas komt het voor dat diagnostiek en behandeling ver uit elkaar liggen. Om deze reden hanteren wij een geïntegreerde diagnostiekfase, dat wil zeggen dat de behandeling tijdens de diagnostiekfase al van start gaat. Daardoor is het niet nodig om na een diagnostiekfase opnieuw lang te moeten wachten voor er behandeld kan worden.
Onze eerste diagnose start bij een telefonische intake. Wij verzamelen informatie over de situatie en maken op basis daarvan een zorgvuldige inschatting of wij de zorg kunnen leveren die nodig is. Als onze zorg niet passend is zullen wij u terug of doorverwijzen richting een andere zorgvorm. Deze eerste fase is voor ons de diagnostiekfase waarin wij globaal een inschatting maken. Zodra daarna de behandeling begint zal de diagnostiek verder worden uitgebreid en zal er meer gedetailleerde informatie voor ons beschikbaar komen. Dit bereiken wij met behulp van onderzoeksmiddelen zoals onder andere de Bender-Gestalt test en de Zin-Aanvul-Test. Samen met nog enkele onderzoeksmethoden komen wij dan tot een behandelplan. Voordeel is, dat wij tijdens deze fase al werken aan gedragsverandering en de therapeut die de diagnostiek/behandelfase uitvoert is in principe ook degene die de verdere behandeling verricht.


Onze diagnostiekfase is daarmee kort, dat wil zeggen vaak maximaal een maand. We kunnen eigenlijk ook niet spreken van een strak afgemeten diagnostiekfase, want tijdens deze onderzoeksperiode zijn we dus ook al met het kind aan de slag. Er wordt vanaf het eerste contact gewerkt aan de vertrouwensband met de therapeut. Hierdoor ligt onderzoek en therapie-uitvoering dicht op elkaar en is min of meer direct aanwezig. Het gevolg is dat er op korte termijn (binnen enkele maanden) verandering zichtbaar is.